De hittegolven, vuurhaarden, orkanen, droogtes volgen elkaar in een verbluffend tempo op. En toch raken wij met cijfers over de opwarming van de aarde niet overtuigd om er iets aan te doen. Het zijn kunst en cultuur die ons inzicht moeten geven in onze denkpatronen, zo kunnen we ze overstijgen.

Beeld je in: je bent student, je wandelt van bij een vriend naar je kot als de lucht ineens heel donker kleurt, de wind krachtig opsteekt. Als de eerste dikke druppels vallen, kan je nog snel schuilen door over de leuning van een gelijkvloers terras te kruipen.

Wat dan gebeurt is te gek voor woorden. De lucht kleurt zwart, de wind rukt aan je kleren. Fietsen, lampenkappen, brommers en zelfs hele theekraampjes vliegen door de lucht, de straat verandert in een kolkende stroom. En even snel als het onheil opkwam, is het terug weg. Je opent je ogen terwijl het ijzig stil is en je overziet een slagveld. Bussen liggen op hun zij, brommers hangen in boomtoppen, glazen wanden liggen in splinters op de grond.

Zoveelste nieuwsberichten

We schrijven 17 maart 1978 in het noorden van de Indiase stad Delhi. Het was niet alleen de eerste keer dat een tornado deze stad trof, met meer dan dertig doden tot gevolg, maar een geheel nieuw verschijnsel voor heel de regio, voor zover de meteorologische metingen historisch aangeven.

Het was deze levensechte ervaring die de schrijver Amitav Ghosh voor het leven tekende. Want als succesvol romanschrijver – hij geraakte in ons land bekend met zijn bestseller Het Glazen Paleis – lukte het hem maar niet om deze jeugdervaring in zijn verhalen te verwerken. Want welke lezer zou nu zo’n onwaarschijnlijk verhaal appreciëren? Het is toch eigenlijk te gek voor woorden. Zelfs al is het fictie.

Is dit ook niet de verklaring waarom we enigszins vermoeid achteruit leunen bij het zoveelste nieuwsbericht over een nieuwe hittegolf, die alle metingen overtreft ‘sinds het begin van de metingen’? Of we gewoon akte nemen van het recente nieuws dat op een kwart eeuw de helft van de koralen van de Great Barrier, het grootste koraalrif ter wereld, zijn afgestorven?

En deze berichten stapelen zich op, zoals het beeldverhaal op de VRT-nieuwssite over de ‘onherstelbare schade in Siberië’: “de ondergrond, de permafrost, die miljoenen jaren bevroren was, is snel aan het smelten…. 2020 was het warmste jaar ooit in deze regio”. Misschien toch de moeite waard om het herlezen: een gebied immens groter dan België, was al bevroren toen we als mensheid nog niet bestonden, en nu gaat het snel, heel snel.

Uiteraard geeft de reactie van onze de samenleving op de covid-19 golven al een inkijk in hoe slecht we op evoluties reageren die niet verlopen volgens ons normale verwachtinspatroon. Een exponentiële curve, zodat iets wat vandaag nog klein is morgen heel groot kan zijn, dat valt moeilijk te bevatten. Laat staan dat we onze drastische impact op de planeet – David Attenborough getuigt in zijn recent boek en film hoe we in de tijd van zijn leven met onze hongerige roofbouweconomie de wildernis op aarde vernietigden – juist inschatten en er voldoende snel en krachtig op reageren.

Maar net als Attenborough of Ghosh aangeven, betekent dit niet dat we bij de pakken moeten blijven zitten. Inzicht krijgen in onze dominante denkpatronen kan toelaten ze te overstijgen. In zijn non-fictiewerk The Great Derangement biedt Ghosh een heldere analyse. Hij geeft aan dat in onze moderne tijden, epische verhalen en mythes plaats moesten ruimen voor romans die geschreven werden vanuit een specifiek kader.

Het gaat nu niet om de toekomst van collectieven, maar om de levensgebeurtenissen van enkele hoofdpersonages, op een welbepaalde plek en in een welbepaalde periode, die met geuren en kleuren worden omschreven. Ze focussen op persoonlijke ontwikkelingen in relatief stabiele omgevingen.

Die romans passen binnen een omslag die verbonden is met het moderne vooruitgangsgeloof die ook tot uiting komt in geschiedenis en politiek. In plaats van uit te gaan dat er ongelooflijke veranderingen kunnen optreden, wint de opvatting sterk aan kracht dat we alles meer onder controle hebben en we het met het vooruitschrijden van de tijd bijna per definitie steeds beter zullen hebben. Een naïeve gedachte die vandaag nog altijd verkondigd wordt door schrijvers als Steven Pinker die blijven vasthouden aan een blind optimistisch vooruitgangsgeloof. En ook wetenschappelijke modellen die zich baseren op de gebeurtenissen van de voorbije periode, kunnen uiteraard moeilijk het ineenstorten van bijvoorbeeld de biodiversiteit voorspellen.

De klimaatcrisis kunnen aanpakken is dan ook in de eerste plaats een culturele opdracht. Onze cultuur is doordrongen van de vooruitgangsgedachte die materialistisch is ingevuld.

Voor Ghosh is het helder: de reden waarom we klimaatverandering eigenlijk nog steeds als ondenkbaar benaderen, is verbonden met een culturele crisis, en dus een crisis van onze verbeelding. Onze cultuur produceert specifieke verlangens, voor hippe apparaten en grote auto’s, voor alleenstaande woningen in het groen, die zo mee de natuurverslindende koolstofeconomie aandrijven.

Een snelle cabrio vinden we niet opwindend omdat we rondrijden in een metalen doos, maar omdat het in ons hoofd het beeld oproept van vrijheid, het geeft ons de illusie dat we als filmsterren met ons hoofd in de wind door een ongerept landschap zoeven.

Zoals Attenborough op het einde van zijn film en boek stelt: we hebben de wildernis vernietigd, nu moeten we ons kunnen voorstellen dat we die ook terug herstellen. En we dus geen vijftien miljard bomen meer per jaar omhakken, maar gigantisch veel bossen bij creëren. Daarvoor moeten we andere verhalen vertellen, hebben we nieuwe romans, novellen en stripverhalen nodig, andere helden in langspeelfims en tv-series die andere verlangens opwekken.

Dat is net wat het culturele event Ecopolis ook dit jaar betracht, in de woorden van Ghosh: we hebben niet langer cultuur, inclusief fictie, nodig die de wereld verbeeldt zoals hij is. De verbeelding die we nodig hebben is net die over een wereld hoe hij zou kunnen zijn. Het is nu onontbeerlijk dat we ons kunnen inbeelden dat alles anders kan zijn en dat we dit ook inbrengen in het publieke debat.

Zo komen we tot de paradoxale opdracht van kunst en cultuur in onze tijd: wat we gangbaar vinden als onwaarschijnlijk voorstellen, het onwaarschijnlijke dat zich in de realiteit voltrekt presenteren als het realistische, en buiten alle kaders om nieuwe voorstellingen van het goede leven verbeelden die de huidige realiteit ombuigt in een leefbare toekomst.

Dirk Holemans.

Dit opiniestuk verscheen op 16 oktober op vrt.be