Een groot deel van de Europese budgetten gaat naar landbouw. Toch verdienen boeren te weinig en is het gezondste voedsel het duurste. Dirk Holemans ziet een uitweg.

Bioboer Bavo Verwimp slaat met zijn stuk over het platteland (DS 25 augustus) de nagel op de kop. Met louter wat technologische snufjes of nieuwe recepten krijgt de landbouw geen toekomst. Heel de keuken is toe aan vernieuwing. Anders bieden we geen afdoend antwoord op de uitdagingen van de toenemende impact van de klimaatontwrichting en de lage lonen in de landbouw. Verwimp stelt terecht dat we nood hebben aan andere denkkaders. Die formuleert hij zelf niet, eerder gaat hij in op hoe boeren creatiever moeten ondernemen om te voldoen aan grillige markten. Daarbij vallen drie zaken op. Ten eerste hoe Verwimp, zelf boer, het niet heeft over de scheve machtsverhoudingen, hoe boeren gekneld zitten tussen grootbedrijven aan de leverancierszijde én aan de afnamezijde. Terwijl die net een verklaring bieden voor de lage lonen. En twee, hoe de voorbeelden van creatief ondernemen zoals boerderijcamping gaan over individuele bedrijven. Dat bevestigt het idee van de koppige boer die denkt op zijn of haar eentje de strijd te moeten aangaan, terwijl samenwerking net toelaat om marktmacht op te bouwen. Tot slot heeft Verwimp het niet over de nood aan een nieuwe relatie tussen stad en platteland, wat in tijden van polarisatie eerder een noodzaak dan een luxe is.

Wetenschappers, boeren en burgers maken al enkele decennia werk van een hoopvol denkkader: de agro-ecologische benadering. Die valt niet samen te vatten in een lastenboek of checklist, het gaat om een nieuwe benadering die focust op het herstel van respectvolle relaties. Zowel met de bodem en de natuur, als tussen mensen onderling. En het erkennen van het belang van natuurlijke dynamieken en de kracht van samenwerking. Zo hebben jaren van industriële landbouw met diep ploegen en intensief gebruik van kunstmeststof het leven en de veerkracht uit de bodems gehaald. Dus drogen ze snel uit of spoelt bij een hevige regenbui de vruchtbare toplaag weg. Ook regenwormen vluchten dan, die normaal de bodem beluchten en het organische gehalte verhogen.

Kringlopen sluiten
Als we de relatie met de bodem herstellen, zal die vol leven en organisch materiaal klimaatrobust water vasthouden voor droge tijden en net bij hevige buien voldoende doorlaatbaar zijn. En de gewassen gaan met hun wortels in interactie met het bodemleven, wat hun voedingswaarde ten goede komt.

Agro-ecologie gaat over kringlopen sluiten en biodiversiteit bevorderen. Want als door overmatig gebruik van pesticiden en grootschalige monoculturen de bestuivers verdwijnen, is er ook geen toekomst voor de landbouw. Zo zijn hagen geen nice to have, ze vervullen essentiële functies. Denk aan mezen die, als ze floreren in de hagen, zich te goed doen aan larven van schadelijke insecten.

Daarmee hebben boeren natuurlijk nog geen waardig inkomen, hoor ik critici al denken. Daarom dat ook samenwerking en opnieuw autonomie verwerven centraal staan bij agro-ecologie. Want we zitten in een pijnlijke situatie. Een groot deel van de Europese budgetten gaat naar landbouw en toch verdienen heel wat boeren te weinig en is voor ons burgers het gezondste voedsel het duurste. Daar past een ambitieus antwoord op: de ellenlange ketens in de voedselproductie, waar tal van actoren met de winst gaan lopen, weer vervangen door ketens in handen van boeren en burgers. Hierbij gaat het niet alleen om de gekende korte keten, zoals de succesvolle plukboerderijen. Die zijn een bouwsteen van een veel groter landbouwvoedselsysteem in handen van boeren en burgers. Het vergt de heropbouw van tal van schakels in de voedselketen die de laatste decennia verdwenen zijn. Boeren hebben geen macht tegenover afnemende grootbedrijven en supermarkten, omdat heel de keten verdwenen is aan kleinere, verwerkende bedrijven op het platteland. Denk aan de melkerij, de molen, de slagerij maar ook de conservenfabriek en de lokale sapproducent. Stel je voor dat we die schakels weer opbouwen, met inderdaad boeren als creatieve ondernemers, en daar een keten van korteketens van maken die toelaat een vruchtbare synergie op te bouwen met de steden.

Voedselgordel
Dat klonk ook in mijn oren tot voor kort als utopisch. Tot ik in Luik op bezoek ging bij Ceinture Alimentaire. Een voedselgordel die nu ook al bestaat in Namen en Charleroi, waar telkens een groeiend aantal coöperaties en honderden boeren samenwerken met lokale besturen en tal van burgerverenigingen. Zo werd ik ontvangen in het gebouw waar de meer dan dertig coöperaties actief samenwerken. En dan toont de directeur vol trots het nagelnieuwe fabrieksgebouw, dat net die weggevallen schakels weer in handen geeft van boeren. Deze Fabrique Circuit Court is een gezamenlijke hub om lokale producten te verwerken en de krachten te bundelen in heel de verwerkingsketen. Denk aan een sapperserij, een coöperatieve groentesnijderij om groenten te wassen, versnijden en verpakken, een coöperatieve verwerkingslijn om groenten in te maken in bokalen, en ook een ijsatelier en een traiteur.

Recent pleitten CD&V-parlementsleden nog voor het behoud van buurtwinkels, die bij ons meer en meer verdwijnen. Welnu, in Namen creëerde de Voedselgordel acht buurtwinkels in de regio rond Namen. Die buurtwinkels zijn succesvol omdat de machtsverhoudingen zijn veranderd. Ze zijn in handen van lokale boer-burgercoöperaties en dus een alternatief voor het huidige voedselsysteem in handen van enorme voedingsbedrijven. Ze creëren verbinding en herstellen het kostbare sociale weefsel.

Ondertussen lopen er ook bij ons hoopvolle initiatieven. Zo kiest de Koning Boudewijnstichting resoluut voor agro-ecologie en ondersteunt ze tal van initiatieven zoals de IJzerkotmolen uit Brakel die lokaal graan verwerkt tot meel voor bakkers en winkels. Die kunnen bouwstenen zijn om ook in Vlaanderen regionale voedselnetwerken uit te bouwen. En die komen in de eerste plaats de landbouwer ten goede. Ze krijgen weer respect voor hun werk en de korte ketens met meer schakels in eigen beheer bieden een hoger inkomen. En de samenleving floreert met een burgerboerenbeweging die inzet op warme verbinding.

Dit artikel verscheen op 28 augustus in De Standaard.