Wat is de gewenste economie voor de toekomst? Volgens Dirk Holemans van denktank Oikos zal die sterk moeten verschillen van de huidige om een ecologische catastrofe af te wenden. Maar hij ziet ook opportuniteiten voor een beter leven. “Veel mensen voelen zich aangetrokken tot een onthaast leven.”
Terwijl het autosalon ons eraan herinnert dat we niet met de laatste nieuwe SUV rondrijden, verleiden de eerste zomeraanbiedingen ons tot een exotische reis. Moeilijk kiezen nu ook de last minutes binnenstromen voor die geweldige citytrip, en die nieuwe oversized televisie in de solden staat. En dan nog is er dat onweerstaanbare aanbod voor een welnessweekendje weg. Als je de beelden van de reclame-industrie gelooft, is het makkelijk om een goed leven te leiden. Je gewoon laven aan het geweldige aanbod van de consumptiemaatschappij en zeker geen kansje laten liggen. Voor al die consumptie heb je natuurlijk heel wat koopkracht nodig, maar gelukkig draait de arbeidsmarkt op volle toeren en kan je met een flex-job belastingvrij gaan bijwerken in het weekend.
Maar wat als dit turboleven ons toch niet gelukkig maakt? Want vanwaar komt anders dat leeg gevoel in al die drukte? En het succes van auteurs zoals Paul Verhaeghe die ons recent nog in een interview aan VRT NWS daarop wijzen? Zouden we, als we echt kunnen kiezen, geen andere weg in willen slaan?
Een grondige bevraging in Frankrijk toont alleszins van wel. Een representatieve groep van 2.000 zuiderburen kreeg de keuze tussen drie gedetailleerde toekomstbeelden. De eerste is een techno-liberale, waar een sterk individualistische samenleving steunt op economische groei gevoed door technologische innovatie. Daarnaast een ecologische samenleving, met een economie en samenleving gebaseerd op less is more, met minder spullen en meer lokale consumptie. Ten slotte is er het beeld van de veiligheidssamenleving, verbonden met tradities die zowel economische onafhankelijkheid als identiteit willen bewaren tegenover vreemde invloeden.
De uitkomst is toch wel verrassend: 55 procent van de bevraagden gaven de voorkeur aan het ecologische model, het veiligheidsbeeld kwam met 29 procent op de tweede plaats. Daarbij zagen heel wat mensen ook interessante zaken in hun tweede of derde keuze, het was geen zwart-wit oefening.
De onderzoekers merken dat veel mensen niet alleen kiezen voor het ecologische scenario uit angst voor een mogelijke klimaatcatastrofe, maar zich evenzeer aangetrokken voelen door de positieve elementen. Een onthaast leven scoorde het hoogste in het geheel van alle voorstellen. Dat betekent dat een zeer grote meerderheid van de Fransen zich aangetrokken voelt door een levenswijze gekenmerkt door nabijheid – de belangrijke zaken zoals winkel, school en werk dichter bij elkaar geeft meer levenskwaliteit – , tijd voor hun naasten en consumptie van vooral lokale en biologische producten.
Ook bevrijde tijd om zelf zaken in handen te nemen – denk zoals herstellen, tuineren of koken – scoorde zeer hoog. Mensen willen dus meer autonomie in hun leven in een samenleving die in plaats van steeds te versnellen plaats maakt. Die gewenste toekomst verenigt mensen die op andere vlakken uiteenlopende wensen hebben. Het biedt kansen op succes voor politici en bedrijven die open staan voor deze nieuwe waardenpatronen.
Koopkracht of bindkracht?
De vraag is uiteraard of dit ook geldt in Vlaanderen. Hiervoor hebben we een duidelijk aanknopingspunt. Al bijna tien jaar geleden organiseerde het Vlaamse Departement Omgeving een burgerbevraging waar mensen konden aangeven hoe hun ideale leefomgeving er uitziet.
Met 46.000 deelnemers was het een groot succes, meer dan tweeduizend waren ook bereid een hele zaterdag mee te komen brainstormen. Het resultaat ging opnieuw in tegen wat gemeenzaam gedacht wordt. Een derde van de mensen kwam bij de Duitse stad Freiburg uit als ideale leefomgeving. Deze stad, koploper inzake duurzaamheid, is gebouwd volgens de principes van nabijheid, je hebt er zelden de auto nodig. De bouwindustrie en politiek zijn gefocust op het bouwen van slim ingeplante woonwijken waar mensen klein wonen om energie te besparen. Zo blijft er meer plaats over voor publieke ruimte en dus sociale ontmoeting. Ook revelerend: slechts een op zes deelnemers omschreef het Vlaanderen van vandaag als beste leefomgeving, minder dan de meer dan twintig procent die Nederland verkozen.
Deze burgerbevragingen tonen dat er meer is in een mensenleven dan koopkracht. In plaats van steeds meer spullen of ruimte blijkt een onthaaste samenleving in een ecologische economie cruciaal. Dat toont hoe belangrijk het is publieke debatten te organiseren over de gewenste economie van de toekomst. Die zal sterk moeten verschillen van de huidige om een ecologische catastrofe af te wenden, maar biedt evenzeer kansen op een meer vervuld leven. Gelukkig groeit het aantal denkers die hiermee aan de slag gaan. Zo maakt de Britse antropoloog Jason Hickel duidelijk dat een ecologische economie ook beter is voor wie het moeilijk heeft in het leven. Want een economie-van-steeds-meer creëert steeds groepen die niet mee kunnen, terwijl een economie-van-het-genoeg toelaat dat iedereen voldoende heeft.
Dit essay verscheen op 17 januari 2020 op VRT NWS
Recente reacties